20 december 1995
IFOR

Patrouille tijdens IFOR

Na het Dayton vredesakkoord werd UNPROFOR vervangen door een implementatiemacht: Implementation Force (IFOR). 42 BLJ was in die tijd opgeleid om in VN-verband als ‘blauwe’ eenheid ingezet te worden, maar zou uiteindelijk als ‘groene’ NAVO-macht op uitzending gaan en vormde de eerste rotatie voor IFOR.

Operatie 'Joint Endeavour'

Omstreeks Kerstmis 1995 vertrok het bataljon in drie slagen naar Bosnië-Herzegovina voor de operatie Joint Endeavour, de naam van de gehele IFOR-operatie. De algemene taak was het toezien op en zo nodig afdwingen van de uitvoeringsbepalingen van het Dayton vredesakkoord; de ontruiming van zogenaamde ‘zones of separation’ en het leeg blijven ervan.

Het bataljon was aangepast aan de IFOR-taak. Samen met een eskadron van 11 Tankbataljon was de eenheid van ruim 800 man opgedeeld in drie identieke teams. Op deze manier kon gemechaniseerd worden opgetreden met alle wapensystemen, inclusief Leopardtanks.

Op zoek naar een locatie

Een uitdaging was het vinden van een geschikte locatie toen de geplande locatie Vitez niet doorging. Enkele honderden containers, rupsvoertuigen en 300 militairen wachtten op een nieuwe plek om ondergebracht te worden in het door oorlogsgeweld vernielde land vol mijnenvelden. Hoog in het Vlasicgebergte vond een verkenningseenheid uiteindelijk een geschikte locatie voor de staf en stafcompagnie, de pantsergeniecompagnie en het reserveteam.

Wachtpost IFOR
Wachtpost IFOR

C-cie

De C-cie was gelegerd in Runjavica voerde dagelijks bereden patrouilles uit, of patrouilleerde te voet. Er werd gecontroleerd of alle wapens 10 kilometer van de ACFL (Agreed Cease Fire Line) verwijderd waren. Dit werd onder andere gedaan door het bemannen van checkpoint Bravo, een strategisch punt op de route Jajce-Bihac.

Een bijzonder moment tijdens de inzet als NAVO-implementatiemacht was het bezoek van Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard. Hij reikte aan het A-team de NATO-medaille uit. Het C-team moest het zonder bezoek van de prins doen wegens het ontbreken van zichtcontact met de grond, waardoor de helikopter niet kon landen.