01 juli 1995
UNPROFOR

UNPROFOR

Na de inzet van de drie luchtmobiele bataljons van de Koninklijke Landmacht zou het halverwege juli 1995 de beurt aan 42 BLJ zijn om, als eerste gemechaniseerde infanterie-eenheid, de missie over te nemen. Het voorbereidingstraject was doorlopen, de baretten verdeeld en het bataljon stond klaar om te vertrekken. Door de val van de enclave Srebrenica ging de uitzending echter niet door, met uitzondering voor de A-cie van 42 BLJ. Zij vertrokken begin 1995 naar Siman Han in Bosnië-Herzegovina en konden als enige eenheid een compagnie van 13” RSPB in Tuzla aflossen.

A-cie

Meteen bij aankomst werd de A-cie geconfronteerd met de gevolgen van het voltrokken drama in Srebrenica. Ze troffen vrouwen, kinderen en ouderen aan die de enclave hadden mogen verlaten en sindsdien gescheiden waren van hun mannen en zonen. Ze werden opgevangen door de A-cie.

De A-cie een omvangrijk takenpakket. Zo deden ze aan waarneming en observatie in de Area of Responsibility (AOR) door middel van observatieposten en patrouilles; verleenden ze humanitaire hulp in het vluchtelingenkamp op Tuzla Airbase; bereidden ze operationele opdrachten voor; leverden een Quick Reaction Force (QRF); en beveiligden ze de onderhandelingen tussen de strijdende partijen. Tussendoor werd tevens aandacht besteed aan de eigen interne opleiding.

UNPROFOR
UNPROFOR

Vredesonderhandelingen

De strijdende partijen in Bosnië-Herzegovina sloten onder druk van de Verenigde Staten op 14 oktober 1995 een staakt-het-vuren. Ze namen deel aan vredesonderhandelingen in het Amerikaanse Dayton, die op 14 december het vredesakkoord van Parijs opleverden. De partijen kwamen overeen dat UNPROFOR op 20 december 1995 zou worden vervangen door een robuuste NAVO-implementatiemacht: Implementation Force (IFOR). Dit zou de eerste bataljonsuitzending voor 42 BLJ worden.