06 december 1997
SFOR
Een jaar na de start van de NAVO-macht Implementation Force (IFOR) werd de implementatiemacht afgelost door een kleinere Stabilization Force (SFOR). Die voerde operatie Joint Guard uit, vanaf juni 1998 Joint Forge genoemd. Eenheden van 42 BLJ hebben aan meerdere rotaties van SFOR een bijdrage geleverd. Doel van deze missie was stabilisatie van de toestand in het toegewezen gebied in Bosnië.
SFOR-3 en SFOR-4
Het tweede peloton van de B-cie heeft een bijdrage geleverd aan SFOR-3.
In 1998 was het de beurt aan het bataljon om vertrouwen te kweken om de bevolking terug te laten keren naar hun woonsteden en verder te bouwen op hetgeen de eerste drie rotaties van SFOR bereikt hadden. De Limburgse Jagers van SFOR-4 zochten actief contact met de burgerbevolking en de lokale autoriteiten. Zowel overdag als bij nacht werden patrouilles uitgevoerd in onder meer de steden Knesevo, Kotor Varos, Vitez en Travnik. Door het uitdelen van kranten en folders tijdens deze patrouilles werden de eerste contacten gelegd. Ook werd op die manier informatie ingewonnen over hoe de lokale bevolking in een bepaalde streek aankeek tegen de terugkeer van vluchtelingen. De staf van het bataljon kon met de verkregen informatie een plan van aanpak opstellen met een dreigingsanalyse.
'Information Operations'
Informatie werd ook verkregen door Information Operations (Info Ops). Met dit type operaties werd de bevolking bereikt door middel van tv- en radio-uitzendingen, gedrukt materiaal of door persoonlijke benadering. Tijdens radio-uitzendingen werden de lokale luisteraars geïnformeerd over lopende en afgeronde humanitaire projecten, de terugkeer van vluchtelingen naar hun oorspronkelijke dorpen, internationaal nieuws, nieuws met betrekking tot de verkiezingen en algemene SFOR-mededelingen. Via driewekelijkse persconferenties werd ook op een onpartijdige manier informatie verschaft door het bataljon.
SFOR-8
Waar ‘militair vertoon’ tijdens de eerste jaren van SFOR belangrijk was, veranderde dit bij de SFOR-8 waar de A-cie en B-cie van 42 BLJ ingezet zijn. In plaats van het voorkomen van geweld waren de patrouilles nu voornamelijk gericht op het verkrijgen van contacten met de bevolking. Het was rustig geworden in het gebied.
SFOR-11
Met de nieuw gevormde C-cie en 41 Brigadeverkenningseskadron als kern, aangevuld met twee tankpelotons van 101 Tkbat en specialisten, vertrok luitenant-kolonel de Kruif in 2001 naar Bosnië voor de elfde rotatie van SFOR. Tijdens SFOR-11 heerste geen vijandelijke stemming meer in Bosnië, en waren er ook geen checkpoints meer. Toch bleven NAVO-eenheden aanwezig voor ‘showing the flag’, door het uitvoeren van lopende, bereden of sociale patrouilles. Ook was het belangrijk dat ‘Romeo Nul Alfa’ (R0A) in werking bleef. Dit was het relayseerstation dat verbinding hield met alle voertuigen die de base uit reden.
SFOR-15
In 2003 was het nogmaals de beurt aan de C-cie om af te reizen naar Bosnië; ditmaal voor SFOR-15. In deze tijd begon de ontmanteling van R0A, het pelotonshuis (A-team) in Jajce en de base Novi Travnik. De militairen van de C-cie kwamen tijdens hun uitzending in direct contact met Nepalese ‘jagers’ van het Britse leger; de Gurka’s. Samen gingen ze op pad om de laatste SFOR-taken uit te voeren, namelijk het innemen van wapens en munitie. Dit gebeurde onder andere tijdens operatie Harvest, waarbij alle huizen in steden en dorpen langsgingen om wapens en munitie in te zamelen.
SFOR-15
Tegelijk met SFOR-15 bereidde de rest van 42 BLJ zich voor op de uitzending SFIR naar de Iraakse provincie Al-Muthanna.